Op 8 juni, elf maanden nadat WikiLeaks oprichter Julian Assange twee verzoeken tot hoger beroep indiende tegen zijn op stapel staande uitlevering aan de Verenigde Staten, heeft het Britse gerechtshof beide verzoeken afgewezen. Assange heeft op 13 juni een nieuw verzoek ingediend, dat beoordeeld zal worden door twee andere rechters, mede op basis van een openbare hoorzitting. De datum van die zitting is nog niet bekend.
Het eerste verzoek betrof het allereerste vonnis, van rechter Baraitser, die uitlevering weliswaar op gezondheidsgronden afwees, maar de VS in alle overige aanklachten gelijk gaf. Het tweede verzoek betrof de goedkeuring van de uitlevering door Priti Patel, de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, in juni vorig jaar.
De tot 2014 als landsadvocaat aangestelde rechter Jonathan Swift concludeerde dat alle opgevoerde punten al uitvoerig door voorgaande rechters zijn bekeken en dus voor hoger beroep niet meer relevant zijn. Ook zou Assange geen politieke gevangene zijn en de uitlevering niet tegen de uitleveringsovereenkomst van de VK met de VS indruisen. De vrees dat de VS, na uitlevering, de aanklacht zouden kunnen wijzigen (wat ze al een paar keer gedaan hebben) om Assange de doodstraf op te leggen, wuifde de rechter eveneens weg. Verder leek Swift weinig gecharmeerd van al het nieuwe bewijsmateriaal, dat Assange in zijn verzoek heeft aangedragen.
Swifts argumentatie is opmerkelijk. Dat Assange wél wordt vervolgd, maar kranten als The Guardian en New York Times, die dezelfde overheidsmisdaden publiceerden níet, geeft aan dat het de VS niet om de publicaties gaat. De zaak is wel degelijk, en hoogst, politiek. Swifts redenering staat bovendien haaks op het feit dat de VS, in hun hoger beroep tegen het vonnis van Baraitser, wél alle vijf punten van hun oorspronkelijke aanklacht en wél nieuwe informatie mochten aandragen.
Mocht het nieuwe verzoek worden afgewezen, dan rest Assange uitsluitend het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De vraag is alleen of het VK de uitslag van dit Hof zal erkennen en de uitlevering tot na de uitspraak zal uitstellen. Het land wil al meer dan een decennium, maar vooral sinds Brexit, van de autoriteit van dit instituut af.
De VS eist de uitlevering van Assange op basis van de Espionage Act uit 2017. Het is de eerste keer dat een uitgever op basis van deze wet wordt vervolgd. De precendentwerking die ervan uit zal gaan raakt eenieder die door de VS verklaarde ‘onwelgevoelige’ informatie publiceert, deelt, leest of in zijn bezit heeft. Berechting op basis van de Espionage Act staat de aangeklaagde niet toe zich te (laten) verdedigen.
Voor donaties en steun voor Assange, zie: https://twitter.com/Stella_Assange/status/1666939602232385539?s=20
(Dit artikel werd aangeboden aan de andere krant en in verkorte vorm op zaterdag 17 juni 2023 gepubliceerd.)